Veel kretelogie in Sportvisie van Gemeente Dordrecht
Met een gevoel van trots presenteerde Marc Merx, sinds een jaar wethouder van sport van de gemeente Dordrecht, vorige week de sportvisie ‘Niemand buitenspel in Dordrecht’. Aan ambities en pretenties geen gebrek: Dordrecht moet in 2030 de sportiefste jeugd van Nederland hebben en tot de beste tien sportgemeentes van Nederland behoren.
De plannen zijn lovenswaardig, maar getuigen niet van realiteitszin. Heeft wethouder Merx wel gesproken of inzichten gedeeld met zijn voorgangers Reynvaan en Stam? Want de werkelijkheid is dat als je als gemeente sporten voor alle doelgroepen – dus niet alleen jeugd – aantrekkelijk wil maken, dat dan de accommodaties optimaal én uitnodigend moeten zijn.
Lang wachten
Daar wringt nou juist de schoen. Kijk maar eens naar de situatie bij voetbalvereniging Dubbeldam, dat snakt naar een nieuw clubhuis inclusief kleedkamers, maar inmiddels alweer zo lang heeft moeten wachten dat onder de huidige omstandigheden en opgelopen kosten misschien alleen een materiaalhok gefinancierd kan worden.
Ik heb het artikel uitgeknipt en zal het bewaren, om over – als ik het beleven mag – vijf à zes jaar eens te kijken in hoeverre deze plannen gerealiseerd zijn
Bij buurman EBOH staat de boel nog niet op instorten, maar de tand des tijds heeft ook op dat deel van sportpark Schenkeldijk de sporen achtergelaten. En dan heb ik het maar niet over het voormalige OMC, inmiddels FC Dordrecht amateurs, dat zich nog steeds moet behelpen met het voormalige jeugdhome van de betaald-voetbalclub. De vernieuwbouwplannen van FC Dordrecht worden telkens aangepast, maar feit is dat er nog geen paal de grond in is gegaan en dat de club inmiddels weer op plek negentien in de Keuken Kampioen Divisie staat.
Zorgelijk
Slechts dertig procent van de clubs in Dordrecht, waarvan er niet één op het allerhoogste niveau in welke tak van sport ook uitkomt, zijn echt vitaal. Dat vind ik eerder een zorgelijke dan een blije constatering. Ik heb het artikel uitgeknipt en zal het bewaren, om over – als ik het beleven mag – vijf à zes jaar eens te kijken in hoeverre deze plannen gerealiseerd zijn. Want vooralsnog is de nieuwe sportvisie toch vooral een stuk dat uitblinkt in kretologie. Om mensen écht enthousiast te maken, is het noodzakelijk om mét de clubs tot een gedegen plan te komen.
Bron column Janus van Peenen in AD de Dordtenaar