DORDRECHT Zondag-vierdeklasser Dubbeldam is goed bezig. De concurrentie binnen de sterke en grote selectie is groot. Vorige week zondag tegen Raamsdonk kreeg Sjors Volder (21), vorig seizoen nog een vaste waarde eindelijk zijn kans en was direct drie keer trefzeker. ,,Dat moest van mezelf,’’ had de jonge gedreven aanvaller zich vooraf ingeprent.
© JAN VOLWERK
Sjors Volder maakte vier jaar geleden in de tweede klasse onder Gradus Roeland als eerste jaars A-junior zijn debuut in het eerste. Roeland had een oog voor talent en zag wel wat in de lange aanvaller die door zijn inzet indruk had gemaakt. ,,Ik mocht één keer per week meetrainen, op zondag op de bank zitten en af en toe mijn minuutjes maken,’’ weet Volder nog.
Het jaar daarop, eerst heel even onder Arie van der Zouwen en kort daarna onder zijn opvolger Leo van Steenis, kreeg Volder steeds meer speeltijd. ,,Ik had dat seizoen wel last van een rugblessure. Ik heb zeven wedstrijden gemist. Mijn rug staat een beetje scheef. Ik heb bij een kraker op de behandeltafel gelegen. Dat hielp even, maar een paar dagen later was het toch weer mis. Ik moest daarna oefeningen gaan doen om mijn spieren in mijn rug sterker te maken. Dat hielp wel. Nu heb ik geen last meer.’’
Dubbeldam dat werd geconfronteerd met een leegloop, degradeerde dat jaar voor de tweede keer op rij en belandde in de vierde klasse. ,,Van de degradatie van de tweede naar de derde klasse heb ik niet veel meegekregen. De afzink naar de vierde klasse wel. Vreselijk. In mijn ogen was dat ook niet nodig geweest al heb ik misschien een wat gekleurd beeld.’’
Het eerste jaar in de vierde klasse heeft Volder als vreselijk ervaren. ,,Ik heb er echter geen seconde over nagedacht om ook weg te lopen. Ik ben in Capelle aan den IJssel geboren, maar woon vanaf mijn vierde jaar in Dubbeldam en ik voel me Dubbeldammer. In de jeugd vertrokken er vrienden naar Oranje Wit, ik had meegekund, maar ik wilde toen al niet. Ik heb in de slechte tijd altijd gedacht dat van die gasten die zijn vertrokken de meeste wel weer terug zouden komen. En dat is gebeurd.’’
Vorig seizoen bereikte Dubbeldam pakte in een spectaculaire wedstrijd tegen VVR de periode maar liet het in het jaar dat de club honderd jaar werd, in de nacompetitie afweten. ,,Doodzonde en weer niet nodig,’’ aldus Volder die in de voormalige voetbalkooi van Dubbeldam zelf leerde koppen door het elke dag te doen.
De afgetrainde en enkele kilo’s lichtere Volder, door Fred Koster in B1 voor het eerst in de spits gezet, moet dit seizoen knokken voor een basisplek en belandde op de bank. ,,Ik had daar vreselijk de ziekte over in. Ik ben op de training keihard knokken. In de vierde wedstrijd tegen DVVC mocht ik twintig minuten invallen en een week later stond ik, omdat Sjoerd Boutens ziek was, in de basis tegen Raamsdonk. Ik was tot mijn bot toe gemotiveerd. Ik had tegen mezelf gezegd dat ik het die middag moest laten zien. Ik scoorde drie keer. Overigens geen garantie dat ik er nu weer ben. Ik zal elke training en elke minuut dat ik speel scherp moeten zijn. Dat is ook wel het mooie van een grote selectie. Iedereen maakt iedereen beter,’’ aldus Volder die ook de zwager is van Charles de Vries. ,,Mister Dubbeldam, die nu kampt met een zware knieblessure. Dat is heel erg voor hem. Bij hem staat voetbal op de eerste drie plaatsen. Daarna is er pas ruimte voor andere zaken.’’