Iedere week schrijft Dion van Meel een ode aan de Kelderklasse. Aan onze onvoorwaardelijke liefde voor knollenvelden, harde ballen en bier. Van Meel staat aan de zijlijn en geeft commentaar. ’t Zit ‘m in de details. Deze week: een ode aan Kontje Knal.

Laten we niet moeilijk doen en het er gewoon over eens zijn dat tienen het mooiste spel ter wereld is. Ja, toch? Tienen is goud. Zo snel mogelijk “Ik keep voor 14!” schreeuwen, beetje hooghoudend overspelen en de bal in het netje leggen terwijl de keeper steeds gefrustreerder raakt omdat –ie steeds dichterbij de nul komt. Heerlijk.

En dan die keeper die zelf zo snel mogelijk terug het veld in wil, vernederen met kopballetjes, lage balletjes en lobjes totdat –ie uiteindelijk ‘een snoepje’ krijgt omdat –ie het snelst de nul heeft bereikt, dus nog één laatste kans krijgt om niet te verliezen maar uiteindelijk toch verliest.

Vroeger tiende ik iedere dag, nu mis ik tienen iedere dag. Kon ik het maar iedere dag even spelen. Even tijdens de pauze van m’n werk. Tussen twee afspraken door. Bij de bushalte. Maar het lukt me niet. Probeer zelf maar eens zo snel mogelijk twee mensen te vinden die een bal minimaal twee keer hoog kunnen houden. Heb je eindelijk twee man gevonden, sta je daar in je pauze op de parkeerplaats voor kantoor te wachten tot Diederik van Personeelszaken de bal eindelijk omhoog heeft weten te lobben met z’n lakschoenen.

Ik zou het kunnen plannen. Met een bal onder m’n arm kunnen zoeken naar tien-liefhebbers. Of vooraf een werkmailtje eruit kunnen gooien met de vraag wie wil tienen in de pauze. Maar dat doe je niet. Want tienen ontstaat. Is vooraf nooit gepland. Tienen gebeurt omdat je zin hebt om effe te voetballen, maar geen zin hebt in partijtje. Of omdat niemand wil keepen en afwerken op ’n leeg doel niet leuk is. Daarnaast moet tienen altijd langer duren dan een middagpauze. Want begin je aan tienen, dan maak je de pot af. En dat kan effe duren. Als dan eindelijk dat snoepje op is en de keeper vernederd op de grond ligt, begint het feest pas echt. Het einde van tienen is namelijk waarvoor we allemaal tienen. Een einde dat Kontje Knal heet.

Nu lijkt zo’n strafje als Kontje Knal na een potje tienen kinderachtig, maar vergeet niet dat Kontje Knal een essentieel onderdeel van tienen is. Zonder Kontje Knal zou iedereen het maar gewoon vinden om fouten te maken en te verliezen. Zouden we een glacékoek of een biertje trakteren aan de winnaars en zou het daarmee afgedaan zijn. Nee, verlies moet altijd zeer doen. Voelen als een harde klets op je blote billen die je vroeger van vader kreeg omdat je iets stoms deed. Een harde klets dit keer, van de bal die het merk in jouw bil graveert. De bal die je zojuist minimaal tien keer uit het netje hebt moeten vissen. Dat prutserwerk moet je bekopen. En niet janken, in tijden waarin we gebukt gaan onder verliespartijen, dividendbelasting en slecht voetbal, is het slechts een kleine moeite om even gebukt te blijven staan. Gebukt staan met de blote reet is de enige oplossing als je verliest. Verliezers moeten zich overgeven aan de wetten van Kontje Knal.

Ik vind dat Kontje Knal een grote rol moet gaan spelen. Niet alleen maar belangrijk moet zijn bij tienen of een verliespartijtje op een training, maar bijvoorbeeld ook tijdens wedstrijden. Kontje Knal zou de oplossing voor elk probleem in het voetbal kunnen zijn. Overtreding? Kontje Knal. Het slachtoffer mag ‘m nemen op 5 of 11 meter, afhankelijk van de zwaarte. Scheids uitschelden? Kontje Knal. De scheids mag ‘m nemen op 3 meter. Geen spiegel in de kleedkamer? Kontje Knal na de wedstrijd. Alle basisspelers mogen 1 keer rammen op de materiaalman vanaf 7 meter.

Het zou zoveel makkelijker worden allemaal. Geen pingels meer, maar Kontje Kick. Geen kaarten meer, maar Kontje Rammen. Geen discussies meer, gewoon Kontje Vlammen. Weet je wat? Schrap de wedstrijden soms eens gewoon en doe 90 minuten Kontje Knal. Biertje erbij, in het gras liggen en genieten van de grootste missers en de pijnlijkste momenten. Mist de een? Mag de ander ‘m twee meter naar voren leggen. Raakt deze ‘m? Mag de volgende bal van zijn team nog eens een meter naar voren.

Voetbal moet omgeven worden door de straf der straffen. Voetbalclubs moet gaan uitdragen dat er niet gesold wordt met de club en dat ze Kontje Knal een warm hart toedragen door middel van bordjes.

Kantine niet betreden met voetbalschoenen. Straf: per direct Kontje Knal op Veld 1 door alle kantine-aanwezigen.

Kontje Knal zal gaan regeren. En daarmee de lach. Supporters zullen niet meer teleurgesteld naar huis gaan na een verliespartij, maar altijd met een lach. Ze zullen hun frustratie kunnen uiten met het rammen op een volle maan of simpelweg met het kijken ernaar. Kontje Knal als amusement van de bovenste plank.

Zoveel ideeën, man. Voor Kontje Knal tijdens wedstrijden bijvoorbeeld. Het zou toch geweldig zijn als de scheids een Kontje Knal-straf uitdeelt en het slachtoffer ervoor mag kiezen om zijn Kontje Knal-uitvoering te bewaren voor de volgende wedstrijd, wanneer het februari en -6 is en de uitvoering veel effectiever zal zijn. En dat de scheids dit netjes noteert in zijn boekje voor de volgende pot. Of als een grove overtreding door de scheids bestraft mag worden met Kontje Knal Winter Extreme: de bal op drie meter van de daderbillen, de dader die de volledige broek uit moet trekken en met de benen wijd en licht door de knieën gebogen klaar moet gaan staan, zodat naast de billen ook de balzak geraakt kan worden. (Voor de vrouwen zijn borsten wellicht een optie. Moeders daarbij uitgesloten; melk is duur.) Alles voor ons leedvermaak. De beste vorm van humor die bestaat.

Oké, er zal nog wat aan de regels geschaafd moeten worden, maar ik geloof erin. Er komt een tijd dat we de scheids eerst met z’n vingers het vierkant van de VAR uit zien beelden en daarna het uitgebeelde rondje van Kontje Knal. Nooit meer zal er gezeik zijn, alleen nog maar vertier. De lach zal weer gaan regeren op onze velden.

Er is nog een lange weg te gaan. We zullen Kontje Knal moeten gaan introduceren op ons werk om te laat komen of slecht functioneren te bestraffen, trainerscursussen Kontje Knal aan moeten gaan bieden, een bond (De Koninklijke Nederlandse Voetbal Kontje Knal Bond?) op moeten gaan richten.

Maar laten we niet op de feiten vooruitlopen. Laten we klein beginnen. Stel het daarom dit weekend eens voor aan de tegenstander.

“Jongens, na de wedstrijd potje Kontje Knal? Verliezer haalt bier.”

Ik garandeer succes.