DORDRECHT . Charles de Vries kreeg begin oktober een diagnose die hij niet wilde horen: ‘U mag niet meer voetballen’. ,,Ik laat mijn feestje niet vergallen door de mening van één individu,’’ zegt een nog altijd strijdbare spits die slechts één voetballiefde kende: vv Dubbeldam. De Vries praat openhartig over zijn uiterst kleurrijke voetbalverleden en over zijn onzekere toekomst.
© JAN VOLWERK
Charles de Vries is een winnaar, een vechter. Dat blijkt ook uit zijn plan om zijn tijdelijke werkloosheid op te lossen. ,,Ik ga stoppen met het schrijven van mooie brieven naar potentiële werkgevers. Ik ben bezig om met een handig vriendje een mooie videofilm te maken. Dan ligt er tenminste iets origineels op het bureau van de personeelschef,’’ aldus De Vries die tot voor kort werkzaam was als salesmanager in de autobranche.
Zijn toekomstperspectief als voetballer is wat onduidelijker. ,,Misschien sta ik over en paar maanden wel op een golfbaan. Dat is volgens mijn behandelend arts (orthopedisch chirurg Juliette Starmans van de Medinova-kliniek Zestienhoven red.) ongeveer de enige balsport die ik nog mag beoefenen.’’
De in de Dordtse wijk Sterrenburg geboren Charles de Vries, die in het verleden al eens zijn kruisbanden afscheurde en twee jaar geleden een meniscusoperatie onderging, heeft het vorige seizoen nooit zonder pijn gevoetbald. ,,De eerste vijf wedstrijden heb ik gemist, maar daarna bijna alles gespeeld, inclusief de nacompetitie. Maar na elke wedstrijd was er een reactie en werd mijn knie dik. Ik maakte me overigens geen zorgen. In het ergste geval kon er iets met mijn kruisbanden gebeuren, dacht ik. En dan kun je na een operatie en negen maanden revalideren weer gewoon voetballen, dacht ik.’’
Dit seizoen kwam De Vries helemaal niet meer aan voetballen toe. ,,Ik heb twee keer getraind. Het ging écht niet meer. In oktober ben ik onder het mes gegaan. De mededeling, toen ik van de narcose bij kwam, was schokkend. In mijn knie heb ik nog maar een klein stukje kraakbeen over. Als ik blijf voetballen kan ik op mijn vijftigste niet meer lopen, was de botte mededeling. Ik zit nu nog steeds in een periode van bezinning, maar ik laat mijn knie zeker door een andere specialist onderzoeken.’’
Het beoefenen van andere sporten is beperkt. ,,Golf zou kunnen.’’ De Vries heeft ook een wielerverleden. ,,Ik was zo rond mijn vijftiende jaar, middenin mijn puberteit, een beetje dwars. Ik moest verplicht over naar A1, weg bij mijn vrienden. Daar had ik geen trek in en ben gestopt. Ik heb vervolgens een jaar gefietst. Bij DRC De Mol. Een groot succes is het niet geworden. Ik heb één wedstrijd uitgereden, de ronde van Oost-Souburgh. Ik werd één na laatste omdat er één renner was gevallen. Ik had in die tijd last van groeipijnen. Ik ben wel 25 centimeter gegroeid. Toen ik vertrok bij Dubbeldam was ik nog een normale jongen met een gemiddelde lengte van rond de 1.70 meter, maar ik kwam terug als lange slungel van bijna twee meter.’’
Vader Guus de Vries, wiens roots in Zeeland liggen en die het als voetballer nog tot het Nederlands marine-elftal schopte, zocht in Dordrecht voor zijn zoons Charles en Lennert een nette club en dat werd Dubbeldam. ,,Lennert is op zijn achttiende al gestopt nadat hij zijn kruisbanden had afgescheurd.’’
Na zijn uitstapje bij De Mol belandde De Vries weer bij zijn vrienden in A1 van Dubbeldam. ,,Twee mooie jaren met jongens als Rob Kanters, Erik-Jan Tak en Reinier Wapperom. We wonnen in die tijd ook De Dordtenaar jeugdbokaal. Ik scoorde dat toernooi in zes wedstrijden achttien keer.’’ Vanaf zijn zestiende, zeventiende jaar trainde De Vries ook al met de zondagselectie mee en debuteerde onder Fred Koster in de basis. ,,Met een goal en een assist. Ik bleef daarna zeven wedstrijden basisspeler, maar scoorde niet meer en werd er even naast gezet. Daar was ik niet blij mee.’’ De Vries beschrijft zichzelf als een lastig heerschap. Voor trainers en ploeggenoten. ,,Omdat ik altijd voor mijn mening uitkom. Een eigen visie op het spelletje heb. Dat is nooit veranderd. Vroeger was die mening nog op niets gebaseerd natuurlijk. Omdat ik nog niets had meegemaakt. Later wel, vind ik.’’
Met Gradus Roeland had De Vries een haat-liefdeverhouding. ,,Met stip de beste trainer die ik heb gehad. Het lukte hem om ons in toom te houden. Hij stond voor zijn spelers. Met hem hebben we met ons vriendenteam het hoogtepunt beleefd: de promotie naar de tweede klasse. Wij waren conditioneel top en konden daarom het spelletje spelen waar ik van hou. Druk blijven zetten op de tegenstander en voor de kortste weg naar de aanval kiezen. Zo hebben we in de beker het toen nog in de hoofdklasse spelende Papendrecht verslagen en bijna Kozakken Boys uitgeschakeld. Maar Roeland is natuurlijk ook de trainer die mij in zijn laatste jaar nadat een ruzie was geëscaleerd uit de selectie heeft gezet. Ik had volgens hem een te grote mond tegen de jongeren. Ik vond dat dat moest.’’
Na het tijdperk Roeland ging het alleen maar slechter met Dubbeldam. Degradaties, een leegloop, maar De Vries bleef. ,,Juist omdat iedereen vertrok, ben ik gebleven. Ik wilde ook helemaal niet weg. Ik ben en blijf een Dubbeldammer,’’ aldus De Vries, die op zijn hoogtepunt zijn kruisband afscheurde. ,,Ik was als 25, 26-jarige op mijn best. In het jaar dat we promoveerden naar de derde klasse. Ik had er dat jaar twintig gemaakt en zeventien assists achter mijn naam staan. Na een goede voorbereiding ging het op een achterafveldje in Sleeuwijk mis. Misschien wel het begin van alle knie-ellende van de voorbije jaren.’’
De Vries kijkt nog eens terug: ,,Een mooie tijd. We waren echt een vriendenteam. Er is geen zaterdagavond geweest dat we niet met z’n allen op stap zijn gegaan.’’ Over zijn toekomst: ,,Nee ik word zeker geen trainer. Ik heb in het grijze verleden pupillen van Dubbeldam getraind. Superleuk. Maar ik ben geen trainer. Ik zie mij ooit wel in een rol als leider van het eerste elftal.’’
Maar er blijft ook nog altijd een sprankje hoop zitten in het hoofd van De Vries die het grootste deel van het afgelopen jaar in Rotterdam (‘wat een fantastische stad’) woonde. ,,Ik ben twee jaar geleden ook aan mijn meniscus geholpen. Toen heeft niemand tegen me gezegd dat ik nog maar heel weinig kraakbeen over heb en dat ik, zeg maar, kreupel kan worden als ik doorvoetbal. Of heb ik vorig seizoen geforceerd en alles kapot gelopen? Ik hoor het graag van het andere arts.’’
Gradus Roeland: De Vries was een beest voor zijn tegenstanders
,,Ik had een aparte band met Charles de Vries,’’ zegt oud-Dubbeldam trainer Gradus Roeland. ,,Een sfeermaker, een trainingsbeest en een winnaar. Kortom een voorbeeld voor anderen. ,,Maar hij probeerde je ook uit hoe ver hij kon gaan. In een bekerwedstrijd tegen Streefkerk heb ik hem een keer na zeven minuten naar de kant gehaald. Hij maakte een gebaar naar me dat niet door de beuigel kon. Hij overschreed en grens. Hij speelde de vermoorde onschuld, maar begreep de wissel donders goed. De Vries maakte del uit van een groep jonge honden die met het halen vande tweede klasse het maximale hebben bereikt. Het waren ook feestbeesten. Er zal geen zaterdag voorbij zijn gegaan dat ze niet op stap zijn geweest. Op een keer hadden ze het zo bont gemaakt dat ik precies twaalf seconden over de wedstrijdbespreking heb gedaan. Ik zei dat ik mijn kostbare tijd daar niet aan wilde verspelen en dat ze het op het veld maar moesten laten zien. En dat deden ze dan ook. Ik heb Charles op zijn best meegemaakt, maar helaas ook de tijd dat hij door blessureleed weinig aan voetballen toekwam.’’
Foto: Charles de Vries denkt aan de voet van de Erasmusbrug in Rotterdam na over zijn toekomst. ,,Ik zit in een periode van bezinning. Ik ben er nog niet uit.’’ FOTO JAN VOLWERK